2018: TOPJAAR VOOR ZONAANBIDDERS

IN VOGELVLUCHT

Het ene jaar is het andere jaar niet. Was het vorig jaar doffe ellende wat betreft de rege, dit jaar maakten hogedrukgebieden de dienst uit. In februari en begin maart deelde de winter nog behoorlijke plaagstoten uit en daardoor kon er op ondergelopen weilanden en ijsbanen nog even worden geschaatst. Maart werd een veel te koude maand, maar vanaf 7 april gingen droogte en hitte regeren. Door de invloed van de hogedrukgebieden maakte tevens de zon overuren met een record tot gevolg. De warmteliefhebbers kwamen niets te kort en dus werd het een topjaar voor de vakantiegangers en zonaanbidders. Het mooie voor hen was dat ook de herfst nog vaak in een zomers jasje zat.

NEERSLAG

In onze regio kwam de jaarsom vand e neerslag uit op 710 mm tegen ongeveer 923 mm gebruikelijk. Het werd daarmee het droogste jaar sinds 1997 (688,3 mm). Vorig kwam er 941 mm naar beneden en in 2016 was dat 857,9 mm.
De maand met de minste neerslag werd juli. Er viel slechts 7,8 mm. Aan de andere kant van de medaille prijkte januari met 119,3 mm en december 2017 met 111,4 mm.
Van de 12 maanden waren er 5 aan de (veel) te natte kant, te weten december 2017, januari, april, mei en augustus. De rest was (veel) te droog.
Wat betreft de seizoenen waren de winter en de lente te nat en kregen de zomer en de herfst het predikaat veel te droog.

TEMPERATUUR

Er kwam een etmaalgemiddelde uit de bus van 10,9 graad. Gewoonlijk hoort het 9,7 graad te zijn. Vorig jaar kwam de temperatuur uit op 10,6 graad.
Van de 12 maanden waren er 2 aan de te koude kant. Dit waren februari en maart. November verliep vrij normaal. De rest bleef (ver) boven de normale streep. Koudste maand van het jaar werd februari (0,2 graad). Daartegenover stond juli als warmste maand met een gemiddelde van 20,3 graad.
Mei boekte het grootste warmteoverschot met 4,1 graad gevolgd door april met 3 graden. Een grote negatieve afwijking was weggelegd voor februari met 2,6 graad.

De verdeling over de seizoenen:

ZONNESCHIJN

Het aantal uren zonneschijn in het oosten van Friesland bedroeg 2053 en zo'n hoog aantal was nog nooit voorgekomen. Vorig jaar scheen het hemellichaam 1726 uren. Normaal is 1614 uren.
De zonnigste maand van dit jaar werd juli met 324 uren, gevolgd door mei met 307 uren. Het minst scheen de zon in december 2017, namelijk 37 uren.
In december (13 uren) en januari (7 uren) werd een negatieve afwijking vastgesteld en de rest van de maanden was (vrij) normaal tot e zonnig. Juli tekende een overschot op van 115 uren en mei 91 uren.

De verdeling over de seizoenen:

JAARDATA Weatherlink DRACHTEN-W

Tekst: Jelle Booi